Richtlijnen letselschade voor 2024

Letselschadezaken zijn vaak ingewikkeld. Om de schaderegeling te versoepelen zijn door De Letselschade Raad richtlijnen ontwikkeld.

Eva Spijkerman

15 januari 2024

Letselschaderichtlijnen voor 2024

In De Letselschade Raad richtlijnen worden standaard bedragen opgenomen voor bijvoorbeeld de gereden kilometers of studievertraging. Uiteraard kan in specifieke gevallen van de normbedragen worden afgeweken.

Ieder jaar wordt beoordeeld of de richtlijnen moeten worden herzien. Daar was in 2024 sprake van. Hieronder volgt een overzicht van de normbedragen per 1 januari 2024.

Kilometervergoeding

Het normbedrag in de Richtlijn Kilometervergoeding voor personenauto’s bedraagt per 1 januari 2024 € 0,33 per gereden kilometer.

Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding

De Richtlijn Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding ziet op de vergoeding van de kosten die je moet maken tijdens het verblijf in het ziekenhuis of revalidatiecentrum ten gevolge van een ongeval of misdrijf. Denk bijvoorbeeld aan de aanschaf van ziekenhuiskleding. Er is gekozen voor een vast bedrag van € 35,- per dag bij opname in een ziekenhuis.

De vergoeding voor een tijdelijk verblijf in een revalidatievoorziening bedraagt € 18,- per dag.

Studievertraging

De Richtlijn Studievertraging ziet op schade die optreedt doordat een slachtoffer later op de arbeidsmarkt actief zal zijn als gevolg van een door een ongeval of misdrijf onderbroken opleiding. De normbedragen ziet op studievertraging van maximaal één jaar. In 2024 zijn de normbedragen verhoogd naar:

Basisschool: € 7.225,-
Vmbo en lbo: € 16.650,-
Havo, mbo, vwo: € 20.275,-
Hbo en wo: € 24.600,-

Huishoudelijke hulp

De Richtlijn Huishoudelijke Hulp bepaalt dat als een familielid of andere mantelzorgen huishoudelijke activiteiten overneemt van een slachtoffer men recht heeft op een schadevergoeding. Ook als daarvoor niet door het slachtoffer wordt betaald. Daarbij kan gedacht worden aan schoonmaken, boodschappen doen en de verzorging van de kinderen. In 2024 zijn de normbedragen (per week) verhoogd.

Alleenstaande - Licht tot matig beperkt: € 82,-
Alleenstaande - Zwaar beperkt: € 165,-

Tweepersoons huishouden - Licht tot matig beperkt: € 109,-
Tweepersoons huishouden - Zwaar beperkt: € 218,-

Gezin met inwonende kinderen
jonger dan 5 jaar - Licht tot matig beperkt: € 205,-
Gezin met inwonende kinderen
jonger dan 5 jaar - Zwaar beperkt: € 410,-

Gezin met inwonende kinderen
ouder dan 5 jaar - Licht tot matig beperkt: € 177,-
Gezin met inwonende kinderen
ouder dan 5 jaar - Zwaar beperkt: € 354,-

Uurtarief na 3 maanden - Licht tot matig beperkt: € 11,50,-
Uurtarief na 3 maanden - Zwaar beperkt: € 11,50,-

De schadevergoeding voor de kosten van de huishoudelijke hulp wordt vastgesteld volgens de volgende formule: Normbedrag volgens de mate van beperking x Bijdrage (in percentage) in het huishouden (vóór het ongeval).

Zelfwerkzaamheid

De Richtlijn Zelfwerkzaamheid biedt normbedragen voor het verlies van het vermogen tot zelfwerkzaamheid door een ongeval of misdrijf. Onder zelfwerkzaamheid wordt verstaan het verrichten van werkzaamheden in, aan of rond de woning die ook tegen betaling door anderen (vakmensen) kunnen worden verricht. In 2024 zijn de normbedragen verhoogd:

Eigen woning met tuin - alle onderhoud: € 1.436,-
Eigen woning met tuin - weinig onderhoud: € 718,-

Eigen woning zonder tuin - alle onderhoud: € 934,-
Eigen woning zonder tuin - weinig onderhoud: € 359,-

Huurwoning met tuin - alle onderhoud: € 718,-
Huurwoning met tuin - weinig onderhoud: € 359,-

Huurwoning zonder tuin - alle onderhoud: € 718,-
Huurwoning zonder tuin - weinig onderhoud: € 359,-

De normbedragen gaan uit van en twee-onder-een-kapwoning of een hoekwoning. In het geval van andere type woning wordt gebruik gemaakt van een omrekenfactor, namelijk:

Vrijstaande woning 1,3
Twee-onder-een-kapwoning of hoekwoning 1
Rijtjeshuis 0,8
Flat of appartement 0,7

De schadevergoeding voor de kosten van de zelfwerkzaamheid wordt vastgesteld volgens de volgende formule: Normbedrag x Omrekenfactor x Aandeel (in percentage) vóór het ongeval x mate van beperking (in percentage).